In het gedicht ‘Het woord’ schrijft Lucebert:
zonder zin is het woord een bevel
tegelijk tractabel en kitteltongig zijn is onze neiging
Kitteltongig?
Het is bekend dat Lucebert (1924-1994) geregeld het woordenboek opsloeg om daar inspiratie uit te halen. In het geval van kitteltongig moet hij wel een heel oud woordenboek hebben geraadpleegd. Want kitteltongig is voor het laatst te vinden in de Dikke Van Dale uit 1924, Luceberts geboortejaar. Daarin wordt kitteltongig beschreven als ‘geneigd tot tegenspraak’ maar ook als ‘lekkerbekkig’, dat wil zeggen ‘gesteld op lekker eten’.
Kitteltongig is afgeleid van kittelen, dat prikkelen maar ook tergen kan betekenen. Vermoedelijk figureert kitteltongig in Luceberts gedicht in de betekenis ‘geneigd tot tegenspraak’, want het wordt gebruikt als een soort tegenstelling van traktabel – de spelling tractabel is verouderd – dat juist ‘handelbaar’ of ‘meegaand’ betekent.
Kitteltongig is al bijna een eeuw niet meer in de Dikke Van Dale te vinden. Het woord is dan ook niet meer courant. Toch is het soms jammer dat zo´n oud woord niet meer in het woordenboek te vinden is, want doordat de betekenis van kitteltongig niet kan worden gevonden in latere edities van Van Dale is Luceberts gedicht moeilijker te begrijpen.
Waarschijnlijk is Lucebert trouwens de laatste schrijver/dichter geweest die kitteltongig heeft gebruikt. Niet in ‘Het Woord’, waaruit ik hierboven citeerde, maar in een ander, later gedicht, dat hij vlak voor zijn dood schreef:
alles valt van mij af vlokkig verward
dreunend of kitteltongig
Geef een reactie