‘Als tieners meezingen met ‘Hou je bek en bef me’ en beffen daardoor een normaler woord wordt, vind ik dat winst’, zegt zangeres-theatermaakster Merol (Merel Baldé) vandaag in De Volkskrant. Aanleiding voor die krant om haar te interviewen is haar derde, nogal atypische hitje op YouTube:
Is beffen dan inderdaad zo´n abnormaal woord? Nee, sinds de Belgische schrijver Herman Brusselmans over zichzelf heeft geschreven dat hij ‘de beste beffer [ … is…] die een vrouw zich kan voorstellen´, is het woord in de omgangstaal in elk geval alom bekend. Maar ook andere auteurs gebruiken het woord geregeld, zoals blijkt uit de volgende afbeelding uit het erotische woordenboek De taal der liefde:
Beffen is bovendien een oud woord, ook al is het niet vaak in geschreven teksten te vinden. Het is een afleiding van bef, dat net als muts een metafoor is voor het vrouwelijk geslachtsdeel. Het woord was in – de vorm beffe – in deze betekenis al aan het begin van de 16de eeuw bekend. Mogelijk is het woord ontleend aan het oude Duitse woord befze (lip, schaamlip).
Een andere verklaring is dat het woord verband houdt met bef in de door de 16de-eeuwse woordenboekmaker Kiliaen beschreven betekenis ‘bontmantel’. In dat geval verwijzen bef en beffen naar de pubisbeharing (de beharing van de schaamheuvel).
Vond u dit artikel interessant? Sponsor de Taalbank dan veilig via Ideal of Paypal!
Geef een reactie