Kommisveur is een gewestelijk woord voor wat ook weleens het ‘voorkomen’ van een vrouw wordt genoemd, de vrouwenboezem dus.
Kommisveur, dat soms ook wel hypercorrect als kommisvoor wordt gespeld, is een eufemisme, een verhullend woord dus. Maar het is ook een plat woord, een woord althans dat niet tot de standaardtaal behoort. Het wordt vooral in België aangetroffen. Zo dook het – in de vorm kommisvoor – nog niet zolang geleden op in een chanson, nou ja een lied (‘Tobie de Tietman’) van de populaire Belgische volkszanger Guido Belcanto. Ook in een Antwerps kroeglied is sprake van volslanke vrouwen ‘met ne goeie komisveur en ne fermen achteruit’. Met dat laatste zal dan wel een stevige bilpartij bedoeld zijn.
Ook in de hogere kunsten figureert het woord trouwens een enkele maal. Zo schrijft de – van oorsprong Nederlandse, maar in België woonachtige schrijver Marc Reugebrink in Het Belgische huwelijk uit 2014 over ‘Liliane met haar kommisveur, met nen balkon waarop ge met zijn vieren kunt kaarten’.
Hoewel kommisveur in 2010 opdook in de online versie van de Dikke Van Dale, is het woord uiteindelijk toch weer uit het woordenboek verdwenen. Blijkbaar was kommisveur bij nader inzien te weinig algemeen en te gewestelijk – wat met het oog op een woordenboekvermelding een fatale combinatie is.
Vond u dit artikel interessant? Sponsor de Taalbank dan veilig via Ideal of Paypal!
Geef een reactie