Eind vorig jaar dook vliegschaamte op als vertaling van het Zweedse woord flygskam. Inmiddels is dat woord dankzij de reuring rond de klimaatverandering helemaal ingeburgerd. Zal dat ook gebeuren met het klimaatwoord dat vandaag zijn mediadebuut maakt, vleeswroeging? Het figureert in een artikel uit het Algemeen Dagblad over de discrepantie tussen klimaatdromen en klimaatdaden:
Vleeswroeging (8 procent) komt nog minder voor dan vliegschaamte (13 procent). Hoe meer vlees mensen eten, hoe minder ze zich er voor generen; 11 procent van de vleesliefhebbers vindt dat ze eigenlijk vegetariër zouden moeten worden.
Met vleeswroeging wordt de spijt bedoeld die mensen krijgen als ze vlees hebben gegeten terwijl ze weten dat vleesconsumptie niet alleen slecht is voor het slachtdier (geen enkel dier wil graag gedood worden om te worden opgegeten), maar ook voor het klimaat. Dat laatste is het geval omdat vlees afkomstig is van vee dat speciaal geteeld wordt voor de vleesconsumptie en bij zijn groei veel broeikasgassen, zoals methaan, uitstoot.
Definitie
vleeswroeging (de, g.mv.) wroeging die iemand ondervindt die vlees gegeten heeft, omdat hij beseft dat vleesconsumptie slecht is voor het klimaat omdat vleesproductie via intensieve veeteelt leidt tot uitstoot van veel broeikasgassen
Geef een reactie