Het Engelse woord paper heeft zich al wel behoorlijk losgemaakt van het traditionele product van de papierindustrie: het materiaal dat met potlood of inkt beschreven of bedrukt kan worden.
Paper wordt immers behalve ter aanduiding van vellen of rollen papier ook gebruikt ter aanduiding van allerlei tekstsoorten. Een verhandeling, een essay, zelfs een lezing of een voordracht kan een paper heten, ook in het Nederlands, want onze taal heeft paper als leenwoord overgenomen uit het Engels.
Maar ook ons woord papier is steeds vaker een synoniem van ‘document’. Vooral in het meervoud papieren wordt dit woord geregeld gebruikt ter aanduiding van officiële stukken, zoals aktes. Zulke papieren hoeven allang niet meer per se geprint of gedrukt te zijn, in sommige contexten – zoals ‘de papieren mailen aan iemand’ – kan het gaan om scans of louter digitale documenten.
Voor een hele reeks woorden – zoals factuur, brief, kladje en rapport – geldt in zekere zin hetzelfde: de ‘drager’ hoeft allang niet meer noodzakelijk een vel beschrijfbaar materiaal te zijn. Het zijn simpelweg documenten met een papieren óf een digitale verschijningsvorm. In het laatste geval zijn het in feite bestanden.
We kunnen zulke bestanden in de toekomst alleen maar papieren blijven noemen als de betekenis van ons woord papier zich verruimt en synoniem wordt met document in het algemeen.
Vond u dit artikel interessant? Sponsor de Taalbank dan veilig via Ideal of Paypal!
Geef een reactie