De Telegraaf en De Standaard berichtten gisteren dat sommige Duitse deelstaten overwegen om moskeebelasting te gaan heffen. Het Nederlands Dagblad schrijft vandaag wat uitgebreider over die plannen:
Anders dan leden van de grote Duitse kerkgenootschappen betalen de leden van moskeeën nu geen ‘religiebelasting’. De moskeeën houden doorgaans ook geen registratie bij van hun leden. Dat moeten ze wel gaan doen, als ze moskeebelasting willen gaan innen.
Moskeebelasting is een betrekkelijk nieuw woord, dat wil zeggen: het maakte op 28 december 2018 zijn mediadebuut. De samenstelling is gevormd naar analogie van het woord kerkbelasting, dat al veel ouder is en door Van Dale gedefinieerd wordt als ‘kerkelijke bijdrage’. Zo’n kerkelijke bijdrage is bedoeld ter bestrijding van de kosten van een predikant, pastoor of pastoraal werker en natuurlijk de vaak hoge exploitatiekosten van een kerk, kapel of kathedraal.
De moskeebelasting is een daarmee vergelijkbare religiebelasting (trouwens ook een betrekkelijk nieuw woord; het debuteerde in 2015 in een bericht over religiositeit op IJsland). Het idee achter de moskeebelasting is overigens dat deze fiscale maatregel Duitse moskeeën ‘minder afhankelijk [maakt] van geld uit het buitenland’.
Definitie
moskeebelasting (de, -en) (verplichte) bijdrage die het moskeebestuur heft ter bestrijding van de kosten van onderhoud en exploitatie van islamitische gebedshuizen
Geef een reactie