Deze week is het woord jeukrups definitief uitgegroeid tot courant synoniem van de eikenprocessierups. Toch is de kans groot dat jeukrups op termijn een algemene term wordt voor jeukhaartjes verspreidende processierupsen, nu na de eikenprocessierups ook de dennenprocessierups in aantocht is, waarvan de haartjes nóg irritanter zijn.
Dit voorjaar maakte in het Eindhovens Dagblad ook het woord jeukboom zijn debuut. Het ging toen over bomen die ‘geheel ingepakt in een witte deken van draden’ waren, ‘het werk van de spinselmot’.
Blijkbaar hangt ook dat woord in de lucht, want vanochtend vroeg hoorden we iemand bij de bakker over het plaatselijke eikenlaantje zeggen dat daar nu allemaal jeukbomen staan. Toch verwachten we niet dat jeukboom een synoniem wordt voor de eik. Als het woord ingeburgerd raakt, zal het zijn voor een boom waarin tussen pakweg juni en augustus processierupsen bivakkeren. Behalve eiken kunnen dat – zeker als de dennenprocessierups zijn intrede in ons land doet – ook andere bomen zijn.
Definitie
jeukboom (de, jeukbomen) boom waarin zich nesten met rupsen bevinden, waarvan de haartjes jeuk kunnen veroorzaken
jeukrups (de, jeukrupsen) rups die haartjes verspreidt die jeuk kunnen veroorzaken, m.n. als informele naam voor de eikenprocessierups
Geef een reactie