Het Algemeen Dagblad schrijft vandaag dat in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein vrijwilligers terminale patiënten gaan bijstaan. Waakmaatjes worden deze vrijwilligers genoemd:
In het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein zorgt een nieuwe groep vrijwilligers ervoor dat geen enkele patiënt nog ongewenst alleen sterft. Deze zomer zijn 22 zogenaamde waakmaatjes begonnen, die om de beurt de wacht houden bij terminale patiënten.
\Waakmaatje is een vrijwel nieuw woord. We troffen het weliswaar al eens aan in een blog waarin iemand het over haar ‘waak- en slaapmaatje’ had, maar in die context was waakmaatje duidelijk een gelegenheidswoord. In het Antonius Ziekenhuis wordt met waakmaatje daarentegen een specifieke functionaris aangeduid: iemand die bij een stervende waakt.
Tegenwoordig heten zulke ‘maatjes’ vaak buddy’s, maar waakmaatje klinkt natuurlijk een stuk beter dan waakbuddy. Dat komt door de assonerende twee delen van de samenstelling. Bovendien is waakmaatje een geheel Nederlands woord, terwijl waakbuddy toch wat naar het Engels zweemt.
Definitie
waakmaatje (het, -s) vrijwilliger die in een ziekenhuis of andere zorginstelling waakt bij een terminale patiënt
Geef een reactie