Het Financieele Dagblad schrijft vandaag dat het coronavirus een goudmijn is voor verspreiders van nepnieuws:
Talloze dubieuze en suggestieve verhalen over het virus verschenen al in duistere media uit landen die er belang bij schijnen te hebben als de westerse wereld met zichzelf overhoop ligt. De Europese Unie zit ermee in haar maag en spreekt inmiddels van een infodemie.
Infodemie is al eerder deze maand in ons taalgebied terechtgekomen als vertaling van het Engelse woord infodemic. Dat woord figureerde in een uitspraak van de directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Tedros Adhanom Ghebreyesus, die eind februari tijdens de Munich Security Conference in verband met het coronavirus zei:
We’re not just fighting an epidemic; we’re fighting an infodemic.
Hij doelde daarmee wellicht op de snelle verspreiding van onzinberichten over het coronavirus, maar misschien ook wat meer in het algemeen op de stortvloed van informatie over dat virus, waardoor we het risico lopen het zicht op de problematiek daaromtrent te verliezen.
Met die context in het achterhoofd zouden we infodemie kunnen parafraseren als epidemie van valse informatie, al suggereert de vorm van het woord dat het veeleer gaat om een informatie-epidemie, dat wil zeggen een zich snel verspreidende hoeveelheid informatie over een problematiek die de precieze aard en omvang daarvan en de oplossing aan het zicht onttrekt.
Omdat infodemie internationaal allerlei pendanten heeft en omdat het een problematiek benoemt waar iedereen mee te maken heeft, is de kans groot dat dit woord gaat beklijven.
Definitie
infodemie (de) zich vooral via de sociale media snel verspreidende hoeveelheid (valse) informatie over een problematiek die feitelijke en betrouwbare beeldvorming daarover verhindert, synoniem informatie-epidemie; vertaling van Engels infodemic, een porte-manteauwoord van information en epidemic
Geef een reactie