De beeldenstorm die deze maand in vooral het Angelsaksische deel van de wereld de kop heeft opgestoken, heeft ervoor gezorgd dat we allerlei andere samenstellingen met storm mogen begroeten, zoals boekenstorm en bibliotheekstorm, waarbij niet beelden maar boeken worden beklad, verbrand of uit de bibliotheek verwijderd. Ook woordenstorm hoor je nu en dan. Dat woord betekent niet alleen een woordenvloed, maar staat ook voor de taboeïsering van bepaalde woorden.
Vandaag voegen Trouw en Het Parool een storm aan dit rijtje toe: merkenstorm.
Na de beeldenstorm van de afgelopen weken lijkt er in Amerika nu een merkenstorm op te steken. Aunt Jemima, die Amerikanen al 131 jaar toelacht vanaf de etiketten van pannekoekenmix, siroop en ontbijtproducten, gaat eindelijk met pensioen.
Als motivatie voor het ten grave dragen van het gewraakte merk zegt de eigenaar ‘dat de oorsprong van Aunt Jemima gebaseerd is op een raciaal stereotype’.
Wat voor stormen kunnen we nog meer verwachten? Filmstorm? In zekere zin is die storm al opgestoken toen Gone with the wind twee weken geleden door sommige filmaanbieders in de ban werd gedaan. Iconenstorm? Schilderijenstorm? Namenstorm?
Aunt Jemima is bepaald niet het enige merk dat onder vuur ligt, ook het in Nederland bekendere Uncle Ben’s rijst moet misschien op zoek naar een andere naam en een ander beeldmerk en er zijn vast nog wel meer merken die in het huidige tijdsgewricht niet meer kunnen.
Op de golven daarvan kan merkenstorm tijdelijk of wat langduriger als begrip een rol spelen in de reclamewereld en de marketing. Op een bepaald moment zijn alle merken echter wel aangepast en zal het woord merkenstorm overbodig zijn.
Definitie
merkenstorm (de, -en) actie tegen eigenaars van (beeld)merken en logo’s die volgens een bepaalde groep om politieke, sociale of religieuze redenen niet meer gebruikt zouden mogen worden met als doel verandering van merknaam en/of beeldmerk
Geef een reactie