pandemiepuppy

De plaatselijke dierenarts had al gezegd dat ze sinds de intelligente lockdown goede zaken doet, want veel mensen hebben in die periode een kitten of een puppy gekocht. Vandaag krijgen die in een krantenbericht een naam: quarantainekittens en pandemiepuppy’s. De Telegraaf creëerde die fraai allitererende generatienamen voor de kittens en puppy’s die in 2020 zijn aangeschaft, in een bericht over het Zwitserse bedrijf Nestlé. Dat heeft namelijk een diervoedertak, die tijdens het laatste kwartaal een omzetsprong heeft gemaakt.

Pandemiepuppy en quarantainekitten zijn – en dat is uitzonderlijk – vrolijk stemmende lockdownwoorden. Zelfs de meest verstokte hondenhater krijgt bij het lezen van het woord pandemiepuppy de bijna onbedwingbare neiging om naar een (bonafide!) hondenfokker te gaan om daar een huisdier aan te schaffen.

Vooralsnog zijn pandemiepuppy en quarantainekitten natuurlijk gelegenheidssamenstellingen, maar als de puppy’s en kittens over een paar maanden of jaren voor problemen gaan zorgen (omdat ze overhaast aangeschaft zijn), zullen deze woorden in de veterinaire wereld ongetwijfeld beklijven.

Desgevraagd kwam de lokale dierenarts trouwens ook nog met het woord coronakonijn op de proppen.

Definitie

pandemiepuppy (de en het, -‘s) tijdens de coronapandemie aangeschafte puppy, mogelijk om wat te doen te hebben (nl. de hond uitlaten)

quarantainekitten (de en het, -s) tijdens de coronapandemie aangeschaft kitten, mogelijk om zich tijdens een vervelende quarantaineperiode te laten opvrolijken door de capriolen die kittens plegen uit te halen