Trouw schrijft vandaag dat ongeveer 70 procent van de Nederlanders vindt dat mensen die zich tegen het coronavirus hebben laten vaccineren meer vrijheden mogen krijgen:
Prikprivilege maakt vandaag zijn mediadebuut. Het is een aantrekkelijk woord, niet alleen vanwege de allitererende pri-klank, maar ook omdat het woord vrij doorzichtig is, althans als je prik opvat als injectie met een vaccin. Bovendien koppelt het de ziekte corona aan een begrip dat het laatste jaar populair is geworden, namelijk privilege. En dat is opmerkelijk, want privilege is een woord met een dubbele bijklank.
Enerzijds is een privilege iets wat gunstig is, althans voor wie het heeft, anderzijds kun je het verwijt krijgen dat je een privilege hebt. Denk maar aan het beruchte witte privilege dat blanke mensen zouden hebben.
Dat privilege onderdeel is van prikprivilege maakt het woord daarom meteen verdacht. Wie gevaccineerd is, mag dan een privilege, een voorrecht, genieten, maar dat kan hem meteen – in lijn met wit privilege – ook worden verweten. Alsof dat privilege in sociaal opzicht onterecht is.
Definitie
prikprivilege (het, -s) privilege dat iemand krijgt als hij of zij zich heeft laten vaccineren, bv. in het sociale verkeer, bij de toegang tot theaters, het openbaar vervoer e.d.
Geef een reactie