De vaccinatie tegen corona brengt een interessante omissie in het woordenboek aan het licht. Het gaat om het trefwoord prik. Al decennialang vertellen we kinderen die gevaccineerd moeten worden tegen kinderziekten dat ze ‘een prikje gaan halen’. Ook ouderen hebben het over hun ‘jaarlijkse prik’ als ze hun griepvaccinatie bedoelen. Prik kan dus synoniem zijn met vaccinatie, terwijl prikken in lijn hiermee hetzelfde kan betekenen als vaccineren.
Impliciet staat dit weliswaar in onze woordenboeken, want die beschrijven prik onder meer als injectie (‘stof die ingespoten wordt’) en prikken als ‘een injectie geven’. Zo’n injectie kan een willekeurige stof zijn, maar is vaak specifiek een vaccin.
Vandaag begint het grote prikken tegen corona. In verband daarmee heeft De Telegraaf het over een prikregister. Het woord maakt vandaag zelfs zijn mediadebuut. Het betekent hetzelfde als vaccinatieregister.
Uit samenstellingen als prikregister kunnen we opmaken dat prik de beperkende betekenis ‘inspuiting met een vaccin’ heeft. Prikken heeft in lijn hiermee de beperkende betekenis ‘inspuiten met een vaccin’. Hoewel dit subbetekenissen van bestaande woorden zijn, zijn deze betekenisnuances het vermelden waard.
Definitie
prikregister (het, -s) vaccinatieregister
vaccinatieregister (het, -s) register waarin wordt bijgehouden wie wanneer met welke stof is gevaccineerd, synoniem prikregister
Geef een reactie