De coronacrisis heeft heel wat Engelse woorden en uitdrukkingen een opkontje gegeven. Neem het woord call. Sinds een paar maanden is dat bij Jan en alleman ingeburgerd als naam voor een onlinegroepsoverleg. ‘Ik zit in een call, pa’, zegt het kind dat nog maar net op de middelbare school zit. Onlinegroepsoverleg is dan ook veel te lang. Call is daarentegen lekker kort. Dat wil trouwens niet zeggen dat zo’n call ook maar kort duurt. Integendeel, zo’n call – het woord is in deze betekenis trouwens een verkorting van conferencecall – kan uren duren.
Een paar weken geleden gaf het kabinet de middenstand perspectief met de introductie van de term click & collect voor het nieuwe winkelen anno 2021: je bestelt online en haalt je spullen ongeveer vier uur later op bij de kleine neringdoende.
Vandaag typeert Trouw dit type winkelen als afhaalshoppen. Dat is niet alleen een nieuw, maar ook een transparant woord. Nog Nederlandser oogt afhaalwinkelen, dat in hetzelfde artikel zijn mediadebuut maakt.
Vooral voor mensen die niet zo heel digivaardig zijn, is afhaalwinkelen vast een heel prettig alternatief voor dat hippe click & collect. Misschien moet afhaalwinkelen of desnoods afhaalshoppen maar snel click & collect gaan vervangen, in elk geval voor iemand het onmogelijke werkwoord ‘clicken & collecten’ bedenkt.
O wacht, daar lezen we het al op Twitter:
In de infinitiefvorm klinkt dat nog wel aardig, maar hoe ga je het vervoegen? Hij clickt & collect? Wij hebben geclickt & gecollect? Of maken we ervan: Wij hebben geclickt & collect?
Afhaalwinkelen klinkt weliswaar een beetje naar de jaren vijftig, maar heeft als voordeel dat het wel gevormd is van oorspronkelijk Nederlandse woorden.
Maar misschien zijn er alternatieven: klikwinkelen bijvoorbeeld?
Definitie
afhaalwinkelen (werkwoord, alleen onbepaalde wijs) producten bij een winkel kopen, waarbij je ze eerst online bestelt en vervolgens aan de winkeldeur afhaalt, synoniem afhaalshoppen, betalen en halen
Geef een reactie