De Telegraaf schrijft vandaag over beenprotheses. Vroeger bestond de kokerprothese, waar mensen met een geamputeerd been hun ‘stomp’ (zoals De Telegraaf schrijft) in kunnen steken. Nadeel van dat type prothese is dat je er niet mee kunt sturen en daardoor vaak struikelt. Nog niet zolang geleden werd er een nieuw type prothese geïntroduceerd: de klikprothese. Die wordt vastgeklikt aan een stalen element dat in het bot is geschroefd. Met die klikprothese kun je sturen en is het gevaar op struikelen dus veel kleiner.
Om te controleren of de klikprothese inderdaad zoveel beter is dan de koperprothese, heeft het EUMC een hulpmiddel ontwikkeld: de struikelteller. Qua woord is dat een variant op de stappenteller, maar is de stappenteller een hulpmiddel om bij te houden hoeveel stappen iemand heeft gezet die veel kilometers wil lopen, de struikelteller is natuurlijk een hulpmiddel om bij te houden hoe weinig keer iemand gestruikeld is die juist zo min mogelijk keren wil struikelen.
Het fenomeen en daarmee ook het woord zal een beperkte bekendheid krijgen, namelijk alleen onder medisch onderzoekers en onder gebruikers van de struikelteller. Dat het net zo’n gewoon woord wordt als stappenteller, lijkt dan ook uitgesloten.
Definitie
struikelteller (de, -s) hulpmiddel dat bijhoudt hoe vaak mensen met een bepaald type beenprothese struikelen, m.n. bedoeld om de prothese te verbeteren
Geef een reactie