Half april stond in de New York Times een artikel van Adam Grant over het vervelende gevoel dat mensen hebben die de coronapandemie en de daaruit voortvloeiende beperkingen helemaal zat zijn.
Grant noemt dat mèh- of blah-gevoel languishing. Je zou dat woord kunnen vertalen als verkwijning, verkommering of verplettering, maar klankmatig zou de letterlijke ontlening languishen misschien nog wel beter het gevoel van verveling, indolentie met een sausje van walging kunnen uitdrukken, kortom het gevoel waar mensen die coronamoe zijn last van hebben.
In de krant wordt languishen vooralsnog niet gebruikt, maar op Twitter was eind april al iemand die haar volgers vroeg:
Zijn jullie ook al zo ontzettend aan het languishen?
Het Engelse werkwoord languish gaat via het Oud-Franse werkwoord languir (lusteloos zijn, wegkwijnen), dat ook ten grondslag ligt aan ons woord languissant (kwijnend, smachtend), terug op het Latijnse werkwoord languēre (slap, uitgeput zijn).
Definitie
languishen (onovergankelijk werkwoord, langhuishte, is gelanguisht) helemaal wegkwijnen, verkommeren als gevolg van een schijnbaar uitzichtloze situatie die je in je vrijheid van handelen beperkt, vertaling van Engels to languish
Geef een reactie