De column van Marcel Peereboom Voller in De Telegraaf gaat vandaag over pinkwashing à la ABN Amro die afgelopen week naar aanleiding van Pride ‘de open relatie en de geslachtsdrift van medewerker Eric in het zonnetje [zette] om selectief te deugen’. De columnist stoort zich aan de marketingmedewerkers van bedrijven die op zo’n manier te werk gaan en noemt ze de qwertygemeenschap:
Dit alles wordt uitgevoerd door de ’strijdende’ toetsenbordridders van de afdelingen marketing en socials. Ik heb ze de Qwerty-gemeenschap gedoopt. En ik geloof helemaal niks van de goede intenties.
Het woord qwertygemeenschap maakt zo weliswaar zijn mediadebuut specifiek in verband met toetsenbordridders van de afdeling marketing, maar op de sociale media circuleert het woord al wat langer, niet alleen voor (vervelende) toetsenbordridders (oftewel internettrollen), maar soms ook als synoniem van de lhbtiq+-gemeenschap oftewel de alfabetgemeenschap. Geen wonder, want op het toetsenbord vind je alle letters van het alfabet.
Opvallend aan het citaat uit De Telegraaf is het gebruik van het woord toetsenbordridder. Tot nu toe werd dit meestal gebruikt ter aanduiding van iemand die zich op internet stelselmatig misdraagt door te schelden, te pesten, te dreigen, nepnieuws te verspreiden e.d.’ (Van Dale). In de aanhaling lijkt het woord echter veeleer te worden gebruikt ter aanduiding van een ‘(irritante) influencer die actief is op de sociale media’. Ook al heeft het woord daarmee nog altijd geen positieve bijklank, de betekenis lijkt iets minder ongunstig te worden.
Definitie
qwertygemeenschap (de, -pen) 1 de gezamenlijke tekstproducenten in een bepaalde sector of branche die door middel van hun berichten, bv. op de sociale media, de publieke opinie trachten te beïnvloeden 2 (schertsend) lhbtiq+-gemeenschap
Geef een reactie