Het woord zong al rond op de sociale media, maar vandaag debuteert het ook op de websites van De Telegraaf en het Algemeen Dagblad: prikdrang.
Het woord verwijst naar het kabinetsvoornemen om toegangstests over enige tijd niet meer (helemaal) gratis te maken. Anders gezegd: wie dan niet gevaccineerd is en toch naar een evenement wil, moet zich tegen betaling laten testen. Partijen in de Kamer vinden dit een verkapt manier om mensen ertoe te bewegen zich toch maar te laten vaccineren. En dat is natuurlijk ook zo. Prikdrang wordt deze manier van het volk motiveren genoemd. En eigenlijk is dat een merkwaardig woord, zeker als je het vergelijkt met andere samenstellingen met drang, zoals overlevingsdrang en prestatiedrang.
Gaat het bij overlevings- en prestatiedrang om een innerlijke motivatie, bij prikdrang gaat het om een motivatie die je door een ander, in dit geval de overheid, aangereikt – of zo u wilt opgedrongen – krijgt. Bij prikdrang worden er namelijk allerlei maatregelen in- en doorgevoerd waardoor het niet-gevaccineerde mensen moeilijker wordt gemaakt om volledig deel te nemen aan de samenleving. Daardoor komen die niet-gevaccineerden – hoopt de overheid – zelf tot de conclusie dat ze zich maar beter kunnen laten vaccineren. Daarmee is prikdrang formeel weliswaar wat anders dan prikdwang, maar in de praktijk schurkt het woord daar wel erg dicht tegenaan.
Definitie
prikdrang (de, g.mv.) het met allerlei maatregelen onder druk zetten van personen waardoor ze zelf tot de conclusie komen dat ze maar beter kunnen laten vaccineren
Geef een reactie