Jan Kuitenbrouwer schrijft deze week in HPDeTijd een interessant artikel over een wetsvoorstel om zonder toetsingsprocedure bij de burgerlijke stand je geslacht te veranderen. Genderidentiteit is voor (sommige) mensen namelijk een belangrijk issue, maar als de toetsing wordt losgelaten ligt het risico van genderhopping (het steeds van gender veranderen) op de loer. Over de wet schrijft hij:
Als wordt verwezen naar de transgender voor wie deze wet bedoeld, is het altijd de traditionele, existentiële transgender die bij het brede publiek op begrip en empathie kan rekenen, nooit de getroubleerde puber met genderschmerz of de bebaarde autogynefiel die op oneven dagen een jurk draagt en naar de vrouwensauna wil.
In deze passage maakt het woord genderschmerz zijn mediadebuut in het Nederlands. Het woord is een toespeling op het in 1827 – de tijd van de sentimentele romantiek – door de Duitse schrijver Jean Paul bedachte woord weltschmerz: ‘weemoedige vorm van verdriet die voortvloeit uit het bewustzijn van de ontoereikendheid van de realiteit in vergelijking met de behoeften van het innerlijk leven’ (Van Dale).
Genderschmerz is een pracht van een woord, dat treffend de discrepantie tussen de werkelijkheid en de innerlijke ervaring weerspiegelt die sommige mensen, die onzeker zijn over hun gender, kunnen ervaren. Bovendien legt het woord heel doeltreffend de link met het gevoel van Sehnsucht en spleen uit de vroegromantiek.
Het woord maakt in het genoemde artikel trouwens niet alleen zijn Nederlandse debuut, maar naar het schijnt ook zijn werelddebuut. Op internet is genderschmerz namelijk niet (eerder) te vinden. Vooralsnog gaan we er dan ook maar van uit dat Kuitenbrouwer dit woord gemunt heeft.
Definitie
genderschmerz (de, g.mv.) gendergerelateerde weltschmerz, d.w.z. gevoel van onbehagen dat verband houdt met een tijdelijke of duurzame discrepantie tussen iemands geboortegeslacht en de door die persoon ervaren genderidenteit; gevormd van Engels gender en het tweede deel van weltschmerz
Geef een reactie