Trouw schrijft over een ecoloog die in Zwolle pleinen vergroent. Niet met gewone planten, maar met groentegewassen en fruitbomen. Vergroenen heet daarom vergroenten:
In Zwolle doet stichting Straatboer, met de gemeente en woningbouwcoöperaties, aan het ‘vergroenten’ van (binnen)pleinen (…). Christiaan Kuipers plantte er pompoen, courgette en tomaten.
Vergroenten maakt zo zijn mediadebuut in een landelijke krant. Het is een interessant woord, dat met een deel van zijn vervoeging deelt met zijn hyperoniem vergroenen. Van beide werkwoorden luidt de tweede en derde persoon enkelvoud dan ook ‘hij/zij vergroent’.
Voor spellingcheckers is de uitbreiding van onze woordenschat met vergroenten (naast vergroenen) in elk geval een uitdaging.
Definitie
vergroenten (overgankelijk ww., vergroentte, h. vergroent) (mbt. een openbare ruimte) vergroenen door het planten van groentegewassen en fruitbomen
Geef een reactie