IN NRC Handelsblad schrijft taalhistoricus Ewoud Sanders vandaag over het werkwoord fatigeren. Fatigeren doe je met sla, wanneer je die met olie (en azijn) zacht maakt. Het is een vrij normale handeling, en in bepaalde kringen ook een vrij normaal woord. Sanders noemt het een ‘aanstellerig woord’, wellicht omdat het vooral in Aerdenhout, Laren en het Gelderse dorp Rosendaal wordt gebruikt. Volgens Sanders behoort het woord tot het ‘ons-soort-mensen-vocabulaire’, het – in zijn woorden – ‘elitolect’.
Elitolect – heerlijk woord, gevormd van elite en het laatste deel van woorden als dialect, idiolect en vooral – in dit geval toepasselijk – sociolect: de groepstaal van de elite. In de krantendatabase van de afgelopen decennia is het niet te vinden, evenmin als op Twitter of via Google. Het woord is dan ook mogelijk een vondst van Sanders zelf.
Elitolect doet een beetje denken aan aristolect, een woord dat in andere talen nu en dan wordt aangetroffen ter aanduiding van het sociolect van de aristocratie. En het opent de mogelijkheid tot het creëren van andere ‘sociolecten’, zoals het protelatariolect.
Definitie
elitolect (het, -en) het sociolect van de elite
Geef een reactie