In zijn column in De Telegraaf schrijft Marcel Peereboom Voller vandaag over de al dan niet reële dreigingen die via de media tot ons gebracht worden: een Poolse premier die dreigt met oorlog, de baas van Turkije die dreigt ambassadeurs uit te zetten. En het KNMI dat het zwartste klimaatscenario schetst. Volgens de columnist wordt bij al dat nieuws dankbaar gebruikgemaakt van overdrijving:
Als je verandering wilt, moet je mensen bang maken. Zo bestelde ik, uw nieuwshypochonder, alvast materialen voor het bouwen van een ark. Ook waarschuwde ik alle dieren op tijd tot mij te komen, want de zondvloed wordt nog hoger dan we al dachten.
Mensen worden er neerslachtig van, van al dat slechte nieuws. En dat leidt in het geval van de columnist tot het maken van een nieuw woord: nieuwshypochonder.
Veel samenstellingen met hypochonder zijn er nooit geweest in onze taal. Coronahypochonder is een van de weinige die we ooit hebben aangetroffen. Maar nieuwshypochonder is wel een treffend woord. Nieuwsfeiten worden soms gebagatelliseerd, maar weleens uitvergroot om de ernst van de situatie te benadrukken. Dat kan leiden tot hypochondrie bij de nieuwsconsument, En voilà, zo wordt de nieuwshypochonder geboren.
Definitie
nieuwshypochonder (de, -s) iemand die gaat somberen dankzij het vele negatieve nieuws, m.n. met betrekking tot de toekomst, dat via de media wordt verspreid
Geef een reactie