Met een nieuwe coronawinter in aantocht loopt ook de kans op nieuwe lockdowns op. Aan dat woord, lockdown, zijn we inmiddels wel gewend. Zelfs dermate gewend, dat het woord ook regelmatig onderdeel is van (gelegenheids)samenstellingen, zoals schnitzellockdown. Zo noemt de Volkskrant vandaag een lockdown van horecagelegenheden in Oostenrijk voor ongevaccineerden:
Vanaf maandag geldt deze ‘schnitzel-lockdown’ (want geen restaurantbezoek voor ongevaccineerden, red.) in de Oostenrijkse horeca, bij kappers en voor evenementen met meer dan 25 bezoekers.
In schnitzellockdown is schnitzel een beeldende metafoor gebaseerd op een pars pro toto voor de Oostenrijkse horeca, namelijk de schnitzel als kenmerkend, zo niet nationaal gerecht. Naar analogie daarvan kunnen we de komende winter nog heel wat nationale horecalockdowns verwachten: een pizzalockdown in Italië, een haggislockdown in Schotland, een Eisbein mit Sauerkrautlockdown in Duitsland, een bobotilockdown in Zuid-Afrika, een goulashlockdown in Hongarije, een pot-au-feulockdown in Frankrijk, een mosselen-met-friteslockdown in België en – toe maar – een hutspotlockdown in Nederland.
Het interessante aan schnitzellockdown is evenwel niet het element schnitzel, maar de beperkende betekenis van het tweede deel van de samenstelling: dat woord verwijst namelijk niet naar een algemene lockdown van een bepaald type locaties voor iedereen, maar naar een horecasluiting die slechts geldt voor een bepaalde groep, namelijk de ongevaccineerden. Uit sociaal oogpunt is het te hopen dat lockdown in deze beperkende betekenis niet ingeburgerd raakt.
Definitie
schnitzellockdown (de, -s) bijnaam voor een horecalockdown in Oostenrijk waarmee een bepaalde groep, namelijk de ongevaccineerden, de toegang tot restaurants e.d. wordt ontzegd; genoemd naar het nationale Oostenrijkse gerecht, de (wiener)schnitzel
Geef een reactie