In januari van dit jaar maakte het woord vaccinatievete heel terloops zijn debuut in onze taal in een bericht in NRC Handelsblad over Bolsonaro die met andere Braziliaanse gezagsdragers van mening verschilde over het nut van grootschalig vaccineren. Het woord werd niet opgepikt. Geen wonder, want in ons taalgebied moest het grootschalig vaccineren nog beginnen.
Deze week maakte het woord vaccinatievete (in het meervoud vaccinatievetes) zijn rentree in ons taalgebied als titel van een documentaire van omroep PowNed. In navolging hiervan figureert vaccinatievete vandaag als soortnaam in Trouw:
Niet eerder zag je de pijn van vaccinatievetes van zo dichtbij
Vaccinatievete is een aantrekkelijk woord door de allitererende samenstellende delen, maar het woord weerspiegelt ook heel goed de tijdgeest. De vijandschap tussen gevaccineerden en ongevaccineerden, vaak binnen dezelfde groep of familie, is als een voortdurende veenbrand die in elk discussie bij het minste of geringste kan oplaaien en escaleren. Het woord herinnert aan een andere samenstelling met vete, namelijk familievete, dat we vaak automatisch associëren met een scheuring (binnen een familie of gezin). Zo zou een vaccinatievete tussen groepen mensen de voorbode kunnen zijn van een vaccinatiescheuring. Of misschien valt het allemaal mee en sluiten we uiteindelijk weer vrede: vaccinatievrede allitereert immers ook heel mooi.
Definitie
vaccinatievete (de, -s) diepgewortelde wrevel en vijandigheid tussen gevaccineerden en ongevaccineerden en de daaruit voortvloeiende verwijdering of scheuring tussen de leden van een groep, familie of gezin
Geef een reactie