Trouw schrijft vandaag over een mogelijke manier om schapen te beschermen tegen de oprukkende wolf: omheiningen met linten. Trouw heeft het over fladderlinten – dat woord komt al wat langer voor – maar andere media hadden het onlangs over flapperlinten. In het Trouw-artikel ‘flapperen’ de fladderlinten, dus ook in dit geval flapperlinten een prima term zijn geweest.
De beide woorden – fladderlint en flapperlint – benadrukken de overeenkomst tussen fladderen en flapperen. Weliswaar heeft fladderen een veel breder betekenisprofiel dan flapperen, maar beide werkwoorden betekenen in elk geval ook klapperen. U begrijpt het al: klapperlint blijkt ook te bestaan. Althans, dat werd vroeger – maar dan in verband met de bestrijding van halsbandparkieten – weleens gebruikt ter aanduiding van wat nu fladder– of flapperlint wordt genoemd.
Blijkbaar heeft onze taal dringend behoefte aan een woord voor dergelijke lawaai makende en visueel afschrikkende linten, maar zijn we er nog niet uit hoe wel zulke linten moeten gaan noemen. Gezien het betekenisprofiel van flapperen ligt flapperlint echter het meest voor de hand. Maar wat voor de hand ligt, wordt lang niet altijd het meest courante woord.
Definitie
flapperlint (het, -en) ter afschrikking van wolven als omheining geplaatst lint met felgekleurde stroken die in de wind een klapperend geluid maken
Geef een reactie