Vorig jaar zomer gebruikte de Nijmeegse filosoof René ten Bos het woord voor het eerst: irritatiekunstenaar. Op 26 augustus 2021 schreef hij:
Het is de taak van moraal- en andere filosofen taak om de consensus te bevragen. Ze moeten ergeren. Dat heb ik van Socrates geleerd: de wijsgeer is een irritatiekunstenaar.
Blijkbaar is het een woord dat hij vaker gebruikt, vandaag laat hij het vallen in een artikel over de Duitse filosoof Peter Sloterdijk, die in zijn eigen land onder vuur ligt omdat een criticus van de socialistische partij die Linke hem verwijt ‘wegbereider van het nieuwe fascisme’ te zijn. Ten Bos in reactie daarop:
Ik lees het werk van Sloterdijk al veertig jaar. Hij maakt zich zorgen over de gemeenschap, vraagt zich af hoe je die afschermt voor bedreigingen. Maar is dat links of rechts? In ieder geval heb ik hem nooit op fascistische opvattingen kunnen betrappen. Hij is een irritatiekunstenaar – en dat hoort een filosoof ook te zijn.
Ten Bos komt de eer toe het woord irritatiekunstenaar in het Nederlands te hebben gemunt, maar hij is daarbij wel schatplichtig aan het Duits, want daarin komt de term Irritationskünstler al langer voor. Onder meer in de filosofie. Zo werd Nietzsche zin 2017 op een filofosieblog als Irritationskünstler getypeerd:
Wir sollten uns hüten, Nietzsche selbst festlegen zu wollen. Denn der war ein großer Irritationskünstler.
Die Duitse inspiratiebron doet overigens niets af aan de waarde van de toevoeging van irritatiekunstenaar aan onze woordenschat.
Definitie
irritatiekunstenaar (de, -s) iemand die de consensus over maatschappelijke en ethische kwesties ter discussie stelt en gemakzuchtige conclusies daarover in twijfel trekt, leenvertaling van Duits Irritationskünstler
Geef een reactie