Ophef in de Tweede Kamer: als FvD-Kamerlid Gideon van Meijeren het spreekgestoelte beklimt, kun je er donder op zeggen dat zijn bizarre uitspraken, veelal complottheorieën of ongefundeerde beschuldigingen aan politici en bestuurders, zullen leiden tot ophef. Zijn collega-Kamerleden dienen hem wel van repliek, maar de man heeft geen realiteitszin en geen orgaan voor zelfreflectie en gaat dus maar door. Gisteren leidde dat tot een opmerkelijke repliek:
Volt-Kamerlid Nilüfer Gündogan haalde juist hard uit naar Van Meijeren. Ze noemde hem ‘een complotmarmot die schijt heeft aan onze Grondwet’. (NRC, 21-1-2021)
Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat marmotten iets met complotten hebben, dus complotmarmot is een fantasiescheldwoord. Door zijn formele eigenschappen – ritme en rijm – is het een aantrekkelijke taalvorm en door zijn neerbuigendheid – een politicus vergelijken met een knaagdier dat bepaald niet bekendstaat om zijn briljante verstand – is dit scheldwoord uitermate effectief. Of het slim is van Gündogan om een collega uit te schelden, is de vraag: in de ogen van het publiek verlaag je jezelf ook door scheldwoorden te gebruiken.
Complotmarmot maakt vandaag weliswaar zijn krantendebuut, maar blijkt op de sociale media al heel vaak te worden gebruikt. De vroegste vindplaats dateert van 14 juli 2021, toen dit scheldwoord zijn Twitterdebuut maakt ter aanduiding van Gideon van Meijeren.
Definitie
complotmarmot (de, -ten) (scheldwoord) complotdenker
Geef een reactie