In een van de vele artikelen over grensoverschrijdend gedrag in de krant staan, schrijft iemand over vrouwen die geconfronteerd zijn met zulk gedrag:
Vrouwen die grensoverschrijdend gedrag meemaken denken: wil ik deze stresskermis in gang zetten? (de Volkskrant, 15-2-2022)
Het gaat in dit geval om het woord stresskermis. Dat is een nieuw woord, althans in de krant. Waarschijnlijk komt het woord in de spreektaal echter al veel langer voor. Hoewel er voor vandaag maar één vindplaats van dit woord op Twitter is, dateert die al uit 2010: ‘Ik herinner de tentamenweken als stresskermis’.
Kermis in deze samenstelling figuurlijk gebruikt, maar niet in een figuurlijke toepassing die door het woordenboek wordt beschreven. Het dichtstbij komt nog de woordenboekbetekenis ‘vrolijk rumoer’. In stresskermis verwijst kermis misschien naar rumoer of ophef, maar vooral naar gedoe en onrust. Die figuurlijke betekenis vind je wel bij het verwante woord circus.
Zou het woord stresscircus soms ook bestaan en misschien wel gewoner zijn?
Inderdaad, dat komt vaker voor, zelfs in de krant. Misschien bedoelde de schrijver van het Volkskrant-artikel eigenlijk stresscircus, maar welbeschouwd heeft kermis in andere contexten ook wel de betekenis ‘ophef’ en ‘onrust’ (‘het is kermis op de beurs’ – bij dalende koersen), waardoor samenstellingen als stresskermis voor de hand liggen en weleens een interessante toekomst tegemoet kunnen gaan.
Definitie
stresscircus (het, g.mv.) toestand die gedoe, onrust en stress oplevert, synoniem stresskermis
stresskermis (de, g.mv.) stresscircus
Geef een reactie