Columniste Annemarie van Gaal schrijft vandaag in De Telegraaf onder meer over de versnippering in de Tweede Kamer:
Nilüfer Gündogan was vorige maand het zesde Kamerlid dat zich, sinds de laatste Tweede Kamerverkiezingen, afsplitste en haar eigen zetel hield. Inmiddels hebben we maar liefst twintig fracties in de Tweede Kamer. Een record, maar geen record om trots op te zijn. Vorige week kwam deze krant met het nieuws dat de snipperfracties in de Tweede Kamer ons miljoenen euro’s extra kosten; want hoe kleiner de fractie, hoe meer geld deze krijgt om medewerkers in te huren. Gek principe toch?
In deze passage valt vooral het woord snipperfractie op. Er wordt een kleine fractie in een versnipperd (d.w.z. in steeds kleinere delen uiteenvallend) parlement mee bedoeld. Het woord blijkt nieuw te zijn, althans in deze politieke betekenis, waarin fractie verwijst naar een ‘groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een vertegenwoordigend lichaam’.
Eén keer eerder troffen we snipperfractie aan, maar toen had het woord betrekking op houtsnippers en had fractie een andere betekenis: elk van de soorten waarin afval wordt gescheiden. In een vakblad klaagde iemand dat de houtsnippers (de snipperfractie dus) te groot was.
Maar dit terzijde. In de politieke betekenis maakt snipperfractie vandaag zijn debuut en het zou – gezien de ontwikkelingen in de Tweede Kamer – weleens een woord met toekomst kunnen zijn.
Definitie
snipperfractie (de, -s) kleine, door afsplitsing ontstane fractie in een reeds versnipperd vertegenwoordigend lichaam, zoals de Tweede Kamer, de Senaat of een gemeenteraad
Geef een reactie