Mensen kunnen door religieuze vervoering in een psychose raken, schrijft het Algemeen Dagblad deze week naar aanleiding van de dood van een man die na het Opwekkingsfestival dat afgelopen Pinksteren in Biddinghuizen werd gehouden. De man zou het festivalterrein in vervoering hebben – en op blote voeten – hebben verlaten, waarna hij onder nog niet opgehelderde omstandigheden in het water bij het terrein is verdronken.
De 39-jarige [… man …] uit Apeldoorn, die na het christelijke festival de Opwekking dood gevonden werd, had religieuze teksten geroepen. Godsdiensteuforie en psychose liggen dichtbij elkaar.
Godsdiensteuforie maakt in deze passage zijn mediadebuut. Het is een vrij onopvallende samenstelling en de betekenis ervan laat zich op het eerste gezicht gemakkelijk raden: religieuze euforie. Dat is wel een fenomeen dat bij Pinksteren past. Maar gezien de afloop gaat het niet om een onschuldige vorm van euforie, blijkt uit de context, maar om een psychose. In feite wordt godsdiensteuforie in het AD-artikel dan ook gebruikt als een eufemisme voor religieuze psychose. Godsdienstpsychose zou in deze context minstens zo’n toepasselijk woord zijn, ware het niet dat psychose meteen zo negatief klinkt, als een afwijking.
Godsdiensteuforie is ook nog om een andere reden opmerkelijk: samenstellingen met euforie zijn namelijk sowieso zeldzaam. Kunsteuforie, liefdeseuforie – het zijn woorden die je slechts hoogst zelden aantreft.
Definitie
godsdiensteuforie (de, g.mv.) 1 religieuze euforie 2 (eufemisme) religieuze psychose
Chris Snakenborg
Alleen een opmerking van taalkundige aard: ‘dichtbij’ moet hier zijn: ‘dicht bij’. Foei Van Dale, ken uw spelling!
Ton den Boon
‘Dichtbij’ staat in een citaat. Citaten citeer ik inclusief eventuele schrijffouten. Al vind ik dichtbij in dit geval niet behoren tot de familie van de hele erge (u zult wel zeggen: heel erge) taalfouten.