Het moest ervan komen: een woord waarmee we de omgekeerde driekleur kunnen aanduiden, het blauw-wit-rood van de protestbeweging van boeren, buitenlui en sommige burgers. Trouw heeft het vandaag over de onderstebovenvlag en dat is in elk geval uit oogpunt van betekenis een transparant woord. Helemaal nieuw is het woord niet, want onderstebovenvlag figureerde welgeteld één keer eerder in een krantenbericht. In 2019 waren er ook al boerenprotesten en schreef de Leeuwarder Courant dat de Dokkumer vlaggencentrale de Nederlandse vlag met het ophanglusje bij de blauwe strook op de markt bracht. De vlag wordt dezer dagen ook wel het ‘blauw-wit-rood’ genoemd, een woord dat voorheen al bekend was als de naam van de Franse driekleur. In de krant is het woord weliswaar nog niet aangetroffen, maar op Twitter wordt de Nederlandse onderstebovenvlag regelmatig de boerenprotestvlag genoemd.
In de scheepvaart had de omgekeerde vlag vroeger een functie als noodsignaal. Vandaar dat de woordgroep ‘omgekeerde vlag’ in de historische krantendatabank Delpher al in de eerste helft van de 19de eeuw wordt aangetroffen. Het omdraaien van de nationale vlag uit onvrede met openbaar bestuur is van veel later datum. In Nederland geldt dit overigens niet als vlagschennis.
Definitie
onderstebovenvlag (de, -gen) omgekeerd opgehangen vlag, bijvoorbeeld als noodsignaal (in de scheepvaart) of als symbool van ongenoegen met het openbaar bestuur
boerenprotestvlag (de, -gen) omgekeerd opgehangen Nederlandse driekleur, als symbool van ongenoegen met het openbaar bestuur, synoniem blauw-wit-rood
Geef een reactie