Afgelopen zaterdag introduceerde De Telegraaf het woord koopkrachtrecessie ter typering van de milde recessie waarin we ons nu bevinden. Sindsdien is het woord dagelijks te vinden in de Krant van wakker Nederland of een van de andere kranten uit de voormalige Telegraaf Media Groep (TMG), zoals De Limburger en het Dagblad van het Noorden.
Koopkrachtrecessie is in de wereld – althans in de landelijke media – terechtgekomen dankzij Marieke Blom, hoofdeconoom van ING, die het woord op 25 oktober in Nieuwsuur liet vallen. Zij constateerde niet alleen een terugval in de consumentenbestedingen, maar ook een stijging van de prijzen van allerlei producten. De consument merkt dus dat hij minder geld te besteden heeft, maar ook dat hij met die mindere hoeveelheid geld minder goederen en diensten kan kopen. Kortom, de koopkracht is gedaald, waardoor de consument minder spullen koopt, wat uiteindelijk doorsijpelt naar de producenten, die door de dalende vraag hun productie zullen moeten terugschroeven.
Net als in beursrecessie (een recessie die het gevolg is van een beurscrash) noemt het eerste woorddeel van koopkrachtrecessie macro-economisch gezien de oorzaak van de recessie (mensen hebben minder koopkracht en besteden dus minder), maar micro-economisch noemt koopkrachtrecessie tevens de manier waarop de recessie zich doet gevoelen: een brede groep mensen heeft het gevoel dat ze minder te besteden hebben. In dat opzicht is koopkrachtrecessie in feite een soort gevoelsrecessie: een niet eens zo heel slechte economische situatie die niettemin aanvoelt als een recessie.
Misschien beklijft het woord koopkrachtrecessie, want door de hoge inflatie blijft onze koopkracht voorlopig nog wel op een laag pitje, waardoor ook de industrie (en de werkgelegenheid) geraakt zal worden.
Maar het is ook mogelijk dat het dit nieuwe woord net zo vergaat als vorig jaar het woord bestedingsrecessie (recessie doordat mensen hun geld niet kunnen besteden, bv. door lockdowns als gevolg van een pandemie) overkwam: na een paar keer in de krant te hebben gestaan, verdween het al snel weer.
Definitie
koopkrachtrecessie (de, -s) recessie die veroorzaakt wordt door een dalende koopkracht, die namelijk leidt tot een daling van de materiële consumptie
Geef een reactie