De Volkskrant schrijft vandaag over vleesminderen. Dat neemt nog niet zo’n vaart in Nederland. Als een van de oorzaken noemt de krant de flexitariërparadox:
Leg deze flexitariërparadox voor aan Pablo Moleman en er klinkt een diepe zucht. (…) Een mogelijke verklaring is dat we geneigd zijn onze eigen vleesconsumptie te gunstig in te schatten, zegt Moleman. ‘We staan stil bij het feit dat we bij de warme maaltijd een keer geen vlees eten, maar we vergeten al die andere momenten van de dag dat we wel vlees eten: bij het ontbijt, de lunch of tussendoor.’
Flexitariërparadox maakt zo zijn krantendebuut. Waarschijnlijk heeft het fenomeen waarnaar het woord verwijst te maken met de vaagheid van het begrip flexitariër zelf.
Definitie
flexitariërparadox (de, g.mv.) fenomeen dat vleesminderaars die zich flexitariër noemen op jaarbasis per saldo niet minder vlees eten, bijvoorbeeld omdat ze op de dagen dat er wel vlees op het menu staat daar meer van consumeren
Geef een reactie