Afgelopen maandag hield CPB-baas Pieter Hasekamp de jaarlijkse economielezing in de Rode Hoed. Daarin (en vandaag in de Volkskrant) reageert CPB-baas Pieter Hasekamp op de degrowth-beweging, die vooral onder jongeren veel aanhang lijkt te hebben. Hasekamp denkt dat de wens te om te consuminderen en te ‘ontgroeien’ niet realistisch is:
Van boven opgelegde krimp leidt al gauw tot een soort kaboutersocialisme, waarin een autoritaire overheid gaat voorschrijven welke auto je wel, en welke je niet mag rijden.
Kaboutersocialisme is een nieuw woord, waarbij je meteen associaties hebt met kleine mannetjes, maar Hasekamp verwijst met dit woord ook naar de Kabouterbeweging uit de jaren zestig:
De Kabouterbeweging was een anti-culturele beweging die eind jaren zestig protesteerde tegen het consumentisme en de aantasting van het milieu en streefde naar een eenvoudige levensstijl. Oprichter Roel van Duijn zag de kabouter als ‘symbool van het bondgenootschap van mens en natuur in hun strijd tegen de verwoestende technologie’.
Met die Kabouterbeweging is het nooit wat geworden, en kaboutersocialisme is ook een vrij neerbuigende typering van de degrowthbeweging.
Aanvulling: Vandaar dat later in de week nogal negatief werd gereageerd op het woord kaboutersocialisme, onder meer door Volkskrantcolumnisten Peter de Waard en Ibtihal Jadib. Daardoor blijft het woord nog even rondzingen.
Definitie
kaboutersocialisme (het, g.mv.) sarcastische naam voor een vorm van socialisme die voortkomt uit een ideologie die een eenvoudige, antimaterialistische levensstijl nastreeft, waarbij mensen tevreden zijn met wat ze hebben en geen welvaartsgroei nastreven
Geef een reactie