Vorige week verscheen in de media een verhaal over rondwormen die in de Siberische permafrost waren gevonden. Onderzoekers hadden ze meegenomen naar een laboratorium en daar ontdooid, waarna de wormen ‘uit de dood herrezen’. Onderzoek wees verder uit dat de wormen zo’n 45000 dood waren geweest. Dat wil zeggen schijndood: ze hadden – zoals ook sommige andere ‘lagere ‘ organismen kunnen – hun stofwisseling uitgeschakeld om hoge of lage temperaturen, hevige droogte en zuurstoftekorten te overleven.
Vandaag schrijft NRC-columniste Gemma Venhuizen over de wormen:
In de nachttrein van Wenen naar Amsterdam las ik over nematoden die waren ontdekt in de Siberische permafrost. Doornroosje-wormen, na 46.000 jaar door de wetenschap wakkergekust uit hun schijndood.
Doornroosjewormen – het is een tot de verbeelding sprekend woord, dat weliswaar van eigen makelij is, maar tevens een vertaling uit het Engels, want Venhuizen is er vast van op de hoogte dat de nematoden in de Engelstalige vakliteratuur ‘Sleeping Beauties’ worden genoemd, inderdaad: naar het sprookjesfiguur. De metafoor helpt weliswaar het beeld van de schijndode nematoden te veraanschouwelijken, maar verder is de metafoor niet zo geslaagd, aangezien die wormen – anders dan Doornroosje – in werkelijkheid geen beauty’s zijn, maar juist lelijkmanskinderen.
Definitie
doornroosjeworm (de, -en) nematode die na een lange periode van schijndood (cryptobiose) weer ‘tot leven’ komt
Geef een reactie