In Trouw staat een enthousiast stuk over de jonge ballerina’s van Het Nationaal Ballet. De balleteuses hebben volgens de krant nog ‘wat puppyvet op de wangen, maar de grote potentie van de dansers van Junior Company is onmiskenbaar’. Ze maken fraaie kattensprongen, al gaat niet alles foutloos. Even verderop zie je dan hoe het woord puppyvet de recensent inspireert tot de vorming van een gelegenheidswoord:
Het enthousiasme maakt een wat onzekere armbeweging hier en daar meer dan goed. De balletpuppy‘s willen gewoon érg graag het publiek om de vinger winden.
Balletpuppy – het is een heerlijk gelegenheidswoord, waarin de schoonheid van het ballet verenigd wordt met de aandoenlijke, soms misschien wat onhandige beweeglijkheid van de jeugdige ballerina’s. Toch is balletpuppy in deze woke tijden ook een riskant woord, want jonge mensen vergelijken met jonge dieren – is dat wel voldoende respectvol, en misschien nog wel belangrijker: stel je de ballerina die je een balletpuppy noemt niet wat al te nadrukkelijk voor als ‘lust voor het oog’?
Zulke vragen weerspiegelen de geest des tijds, maar als auteur moet je die tegenwoordig wel stellen.
Definitie
balletpuppy (de, -‘s) jonge ballerina die door haar soms onhandige bewegingen een vertederende aanblik biedt
Geef een reactie