In zijn columns in De Telegraaf schrijft Rob Hoogland regelmatig over zaken van landsbelang, maar soms is er een onderwerp dat misschien net wat minder belangrijk is. Hij wijt dat aan zijn leeftijd:
Een devaluerend significantiebesef is op mijn leeftijd niet ongewoon.
Significantiebesef oogt als een deftig woord voor het verschijnsel dat mensen geacht worden te kunnen differentiëren tussen belangrijke en minder belangrijke zaken. Waarschijnlijk heeft Hoogland het woord zelf bedacht en in zijn column fungeert heeft het vooral een stilistische functie: met het gebruik ervan ironiseert de columnist zijn keuze voor een wel zeer bescheiden onderwerp: de verpakking van een bakje rundertartaar met uitjes. Het woord heeft dan ook een komisch effect, vooral omdat Hoogland het combineert met een ander geleerd ogend woord. Hij heeft het immers over ‘een devaluerend significantiebesef’.
Definitie
significantiebesef (het, g.mv.) besef van het belang van iets in een bepaalde context
Geef een reactie