Gisteren kwam in het Nederlands Dagblad de reformatorische influencer en schrijfster Gerjanne van Lagen aan het woord. Zij laat doorschemeren dat ze soms wat vraagtekens zet bij het beeld dat bestaat over bepaalde aspecten van de reformatorische levensstijl, zoals het pertinente taboe op het dragen van een broek door reformatorische vrouwen. Ze zegt daar zelfs schaamte over te voelen:
Als iemand denkt dat refo’s vinden dat een vrouw naar de hel gaat als ze een broek draagt of dat er nooit gepraat wordt over seksualiteit, dan schaam ik me (…) Dan wil ik liever geen refo zijn, want daar sta ik niet achter.
Ze schaamt zich dus niet om refo te zijn, maar wel over het stereotiepe beeld dat over refo’s bestaat: ze wil zelf namelijk niet in dat hokje worden geplaatst, omdat ze zelf soms best andere ideeën heeft.
Het is een ingewikkeld soort schaamte. Vandaar misschien wel dat het Nederlands Dagblad boven het artikel kopt:
Gerjanne van Lagen heeft last van refoschaamte.
Het is ook een ander soort schaamte dan bijvoorbeeld vlieg-, vlees- of klimaatschaamte. Zijn dat vormen van schaamte over je eigen gedrag, dus je eigen identiteit, de refoschaamte is een soort schaamte over het beeld dat anderen van je kunnen hebben, dus schaamte over je imago. Voer voor psychologen.
Definitie
refoschaamte (de, g.mv.) schaamte die een refo ervaart over het beeld dat buitenstaanders hebben van de stereotiepe levensstijl en de als het ware in stenen tafelen gebeitelde leefregels van orthodoxe refo’s, uit angst om daarmee geassocieerd te worden
Geef een reactie