In de Volkskrant staat vandaag een mooi interview met een slavernijactiviste, die onder meer als volgt wordt geïntroduceerd:
In 1971 wordt ze in Paramaribo geboren als ‘een slippertjeskind‘ – haar moeder wordt zwanger van een man die al een gezin met een ander heeft.
Omdat slippertjeskind tussen aanhalingstekens staat, is die typering waarschijnlijk afkomstig van de geïnterviewde zelf. Wat het woord betekent, wordt meteen duidelijk. Slippertjeskind verwijst naar wat we prozaïsch vaak een buitenechtelijk kind noemen. Daarvoor bestaan heel wat woorden in het Nederlands, variërend van bastaard tot onechie en van buitenbeentje tot koekoekskind. Slippertjeskind klinkt veel aardiger. Dat komt doordat het woord is samengesteld met slippertje, een eufemisme voor een eenmalig of kortstondig liefdesavontuur.
Slippertjeskind is een niet eerder aangetroffen woord. Het valt op omdat slippertje een enigszins in onbruik geraakt woord is voor een amourette, een avontuurtje, een escapade (sekscapade). Het is duidelijk dat slippertjeskind affectief gebruikt wordt.
Definitie
slippertjeskind (het, slippertjeskinderen) kind dat voortspruit uit een kortstondige buitenechtelijke liefdesaffaire
Geef een reactie