autorouw

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Vandaag schrijft Thomas Verbogt in De Gelderlander over zaken waar je soms met spijt in het hart afstand van doet. Je winterjas, je vulpen. Aanleiding voor zijn column is een woord dat eerder deze week in Trouw stond: autorouw. Andrea Bosman schreef over het afscheid van haar voertuig, dat zelfs een naam (‘Arend’) had. De vierwieler was al oud en op een zeker moment hield hij ermee op. Repareren behoorde niet meer tot de mogelijkheden.

Autorouw. Het woord bestaat niet als zodanig in de Nederlandse taal – alleen rouwauto, zegt ChatGPT desgevraagd. Vreemd eigenlijk, want we spreken wel van een autokerkhof. Toch is dat het woord dat in me opkomt. Autorouw. Hoe kan het dat afscheid van een stuk blik met vier wielen, opgetrokken uit glas, kunststof, textiel en andere materialen, verdrietig maakt?

Nou, daar weten wij wel het antwoord op sinds we een paar jaar geleden afscheid moesten nemen van onze zilvergrijze Volvo 240. De arthousefilmauto bij uitstek. In ons geval was de kilometerteller op 560.000 blijven steken, maar de auto had daarna toch nog ruim zes jaar vrolijk doorgereden. De lokale garagehouder had elk jaar bij de APK hoofdschuddend door zijn vingers gekeken als hij dit euvel wéér eens had opgemerkt. Zo kon het dat drie kinderen, die er voor het eerst in een maxicosi in hadden gelegen er uiteindelijk allemaal nog in hadden gereden.

Het is dus een heel herkenbaar woord, autorouw. En kennelijk ook voor columnist Thomas Verbogt van De Gelderlander. Die laat meteen zien dat ook het afscheid nemen van andere ‘dooie dingen’ lastig kan zijn, want hij bedenkt er nog een paar neologismen bij:

Autorouw. Ik kan ook vulpenrouw hebben. En koffiezetapparaatrouw. Winterjasrouw. Heel veel rouw. Te gevoelig.

En dat rijtje valt verder uit te breiden met woningrouw (als je verhuist), kersenboomrouw (terwijl je de te groot geworden kersenboom omzaagt die jezelf 26 jaar geleden in de tuin hebt geplant) en natuurlijk boekenrouw.

Definitie

autorouw (de, g.mv.) gevoel van rouw (‘voorbij, voorbij, oh en voorgoed voorbij’) dat iemand kan ervaren bij het afscheid nemen van een zaak die hij lang in zijn bezit heeft gehad

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *