Achilles was de grootste van de Griekse helden in de strijd om Troje. Vriend en vijand vreesde deze Homerische held om zijn woede. ‘De snelvoetige’ Achilles gold zowel in het eigen als het vijandelijke kamp als onkwetsbaar en onoverwinnelijk. Volgens de mythe kwam dat doordat zijn moeder, de zeegodin Thetis, hem na zijn geboorte had ondergedompeld in het zwarte water van de Styx.
Achilles had slechts één zwakke plek: zijn (rechter)hiel. Daar hield Thetis hem vast toen ze haar zoon in de Styx doopte, waardoor Achilles’ hiel niet met het Styxwater in aanraking kwam. Volgens de mythe vonden de Olympische goden in het tiende jaar van het beleg van Troje dat er een einde moest komen aan Achilles’ onoverwinnelijkheid. Tijdens een hevige strijd richtte de god Apollo daarom de boog van de Trojaanse prins Paris op Achilles’ rechterhiel. Eenmaal in zijn enige zwakke plek geraakt, stortte Achilles ter aarde. Hij vervloekte het Trojaanse koningshuis en stierf zoals men van een held mag verwachten: brullend als een leeuw. Sinds deze mythische gebeurtenis wordt achilleshiel vrijelijk gebruikt in de betekenis ‘iemands zwakke plek’.
Geef een reactie