Zwarte Piet, wie is er niet groot mee geworden. Maar voor de generaties die nu en in de toekomst geboren worden, zal Zwarte Piet waarschijnlijk een andere verschijningsvorm krijgen. Eerst zagen we al de regenboogpiet in het straatbeeld verschijnen, toen de kleurenpiet, en vandaag krijgen we er de stroopwafelpiet en de kaaspiet bij. Zulke pieten zal de gemeente Gouda inzetten bij de blijde binnenkomst van de goedheilig man, die dit jaar in Gouda plaatsvindt.
Nu is de hele discussie over Zwarte Piet een politieke discussie, maar er kleeft ook een taalkundig aspect aan. Al die namen van al die nieuwe pieten moeten namelijk ook gespeld worden, en daar schuilt een probleem waar we Quinsy Gario cum suis nog niet over hebben gehoord.
Met Zwarte Piet zelf is niets aan de hand. Zwarte Piet is een eigennaam en moet daarom met hoofdletters worden gespeld. Zwarte hoort bij Piet zoals Lange bij Pier, en daarom wordt Zwarte Piet net als Lange Pier met twee hoofdletters gespeld. De baasjes van de Nederlandse spelling bij de Taalunie zeggen het zelf: ‘Als de knecht van Sinterklaas bedoeld is, schrijven we Zwarte Piet.
Hulppieten
Mensen die voor Zwart Piet spelen, zijn Zwarte Piet niet. Dat is evident. Maar hoe gaan we met die ‘acteurs’ om? De taaladviseurs van de Taalunie denken het te weten en schrijven: ‘De naam van Zwarte Piet wordt soms gebruikt om verschillende personen aan te duiden die voor Zwarte Piet spelen. In dat geval schrijven we zwarte pieten met kleine letters.’
Dat klinkt nogal cryptisch en is eigenlijk een vrij onduidelijke redenering. Want al die zwarte pieten representeren Zwarte Piet en zijn dus personificaties van Zwarte Piet. Als een actrice Badeloch speelt,schrijven we toch niet ‘Ank van der Moer was een prachtige badeloch’, maar ‘Ank van der Moer was een prachtige Badeloch’. Waarom zou een acteur die Zwarte Piet speelt dan wel opeens zwarte piet heten?
Als je zo’n Piet voor je hebt staan, is het voor de spelling niet relevant of het de enige echte Zwarte Piet is of een acteur die voor Zwarte Piet speelt. Als je zo’n geschminkt type aanspreekt op straat, is een hoofdletter daarom toch echt wel op z’n plaats. Je zegt dus niet: ‘Goedemiddag zwarte piet, mag ik een pepernoot?’ maar ‘Goedemiddag Zwarte Piet, mag ik een pepernoot.’
Conform de uitspraak van de Taalunieadviseurs moeten we alle nep-pieten met een kleine letter spellen: kaaspiet, stroopwafelpiet, kleurenpiet, regenboogpiet. Dat is handig om te weten, want nu kan elke stad of regio zijn eigen piet creëren, wiens naam dus – volgens de Taalunie – met een kleine letter gespeld moet worden: Deventer kijgt zijn koekpiet, Eindhoven zijn gloeilampjespiet, Schiedam zijn jeneverpiet en Katwijk zijn haringpiet. Maar die kleine letter, die wringt toch wel een beetje. Want als we kaas- en kleurenpiet met een kleine letter spellen, dan zeggen we in feite – als we de redenering van de Taalunie volgen – dat de kleurenpiet en de kaaspiet ‘voor Zwarte Piet spelen’. En dat is nou juist wat de tegenstanders van Zwarte Piet niet willen. Die willen van het concept Zwarte Piet af. En dat lukt niet door Zwarte Piet te laten belichamen door ‘een’ kleurenpiet of ‘een’ kaaspiet. Nee, daarvoor is het nodig dat Zwarte Piet zijn biezen pakt en we een totaal nieuwe Piet krijgen: Een Kleurenpiet of een Kaaspiet, maar in elk geval een Piet met een hoofdletter.
Wij hebben daarom zo’n donkerbruin vermoeden dat als de discussie over de afschaffing van Zwarte Piet eenmaal geluwd is, de discussie over de spelling van al die alternatieve pieten zal gaan oplaaien.
Geef een reactie