Trouw schrijft vandaag over de mogelijkheid Schiphol te verplaatsen naar een kunstmatig eiland in de Noordzee, Daarbij komt een voorstander aan het woord, die Schiphol een geluidsparasiet noemt:
Het huidige Schiphol is haast een soort geluidsparasiet die de Randstad in zijn greep houdt. Stel je voor wat er gebeurt, als dat geluid verdwijnt. Niet alleen is er een verbeterde kwaliteit van leven voor mensen die daar wonen, maar het levert ook enorm veel ruimte op voor woningbouw.
Geluidsparasiet is een splinternieuw woord. Mogelijk is het een vertaling van de Engelse term noise parasite, die gebruikt wordt om een uitermate hinderlijke geluidsbron aan te duiden.
Helemaal uit de lucht vallen komt geluidsparasiet niet. In 2006 troffen we in een column in Brabants Dagblad al eens het woord lawaaiparasiet aan ter aanduiding van een hinderlijke persoon die haast dwangmatig voortdurend van zich laten horen:
Het vermoeiendst zijn de lawaaiparasieten op kantoor of in de fabriek. Ze komen binnen met een luidruchtig ‘goeiesmorreges!’, neurien til-le-foon-tillefoon-tillefoon steeds als er eentje overgaat en gaan bij het horen van, noem ‘ns wat, de naam Sofie, onverwijld en stuitend voorspelbaar over tot het scanderen van ‘Zij dronk ranja met een rietje’. Iemand zegt Jaap, de lawaaiparasiet: ‘Tikkie trug Jaap!’ Noem banaan en hij zingt ‘Nee, ik heb geen bananen, geen bananen vandaag’, gevolgd door ‘Dat seg ik, Gamma’ en om vier uur, ‘jaja, vier uur cup-a-soup, dat zou iedereen moeten doen’.
Dat parasiet in een samenstelling optreedt als naam van een bron van hinder en ergernis, is niet gebruikelijk in onze taal. De kans dat het geluidsparasiet (of lawaaiparasiet) ingeburgerd raakt, is dan ook niet zo heel groot.
Definitie
geluidsparasiet (de, -en) geluidsbron die overlast veroorzaakt en daarom tevens een bron van ergernis is
Geef een reactie