‘Recyclen is goed, maar precyclen is beter,’ schreef Trouw gisteren in een artikel over nieuwe verpakkingsvrije (nog zo’n nieuw woord) supermarkten. Precyclen is namelijk een ‘vertaling’ van de Engelse term precycling, een porte-manteauwoord oftewel een samentrekking op basis van de uitdrukking ‘preventing recycling’.
Precyclen houdt namelijk in dat je met je eigen voorraaddozen en –flessen naar de supermarkt gaat waar je ze vult met pasta, muesli en andere grutterswaren uit grote dispensers. Het is beter voor het milieu en het scheelt je ook nog eens een gang naar de afvalcontainer.
Precyclen (ik precycle, jij precyclet, hij precyclede, wij hebben geprecycled) maakte gisteren weliswaar niet zijn debuut in de media (een paar weken geleden stond het woord namelijk al in De Stentor), maar is wel een typisch 2014-woord. Want met precyclen komen momenteel allerlei verwante woorden in het nieuws, zoals bulkwinkel (supermarkt waar producten worden verkocht die vanuit dispensers in eigen, duurzame verpakkingen worden gedaan), verpakkingsloos en –vrij en bioshopper (milieubewuste consument).
Naast precyclen bestaat ook het woord precycleren. Dat woord is al wat ouder en betekent ongeveer hetzelfde. Het is precycleren nog niet echt gelukt ingeburgerd te raken, maar misschien gaat dat nu wel gebeuren met precyclen. Met het oog op het milieu zou dat zelfs wel fijn zijn.
Geef een reactie