Afgelopen zaterdag noemde Trouw biomassa een grotere klimaatkiller dan steenkool. Klimaatkiller is een mooi woord dankzij de alliteratie van de samenstellende delen. Het is bovendien een actueel woord, want er gaat geen dag meer voorbij of het klimaat is het gesprek van de dag. Sterker nog, praatte je vroeger over het weer als je een babbeltje met de buren wilde maken, nu discussieer je voor je het weet over het klimaat en klimaatverandering en wat we daar ‘met z’n allen’ tegen moeten doen. U weet wel, zonnepanelen op het dak, een windmolen in de tuin en hogere dijken om het dorp.
Klimaatkiller mag dan een actueel woord zijn, nieuw is het bepaald niet. Het maakte zijn mediadebuut al op 19 juli 2001, in een artikel in de Leeuwarder Courant:
Niet de bevlogen Jan Pronk, maar de vastbesloten George Bush is de grote speler in dit spel. De Amerikaanse president heeft het akkoord simpelweg aan de kant gelegd. Het is slecht voor de Amerikaanse economie en dus is het een slecht akkoord, zo luidt Bush’ standpunt. Clintons opvolger heeft de reputatie van ‘klimaatkiller‘ die dollars belangrijker vindt dan schone lucht.
Sindsdien heeft het woord een keer of dertig in een Nederlandstalige krant gestaan. Uit al die vindplaatsen kunnen we opmaken dat klimaatkiller meestal niet wordt gebruikt ter aanduiding van een persoon die schade toebrengt aan het klimaat, maar van een (fossiele) brandstof, een techniek of een onderneming die een negatief effect heeft op het klimaat, dat wil zeggen verantwoordelijk is voor klimaatverandering.
Definitie
klimaatkiller (de, -s) iets, m.n. een brandstof, die leidt tot klimaatverandering en daarom wordt beschouwd als een negatieve factor voor het mondiale klimaat
Geef een reactie