De Telegraaf meldt vandaag dat de speeltuinen in de Utrechtse gemeente De Bilt een geduchte gedaantewisseling zullen ondergaan. Er komen schommels voor senioren en er wordt ravotgroen in de vorm van een ravotbosjes voor de jeugd aangelegd:
In de komende jaren worden 39 van de 89 speelplekken omgevormd. Zodra een wipwap of glijbaan is afgeschreven, gaat de gemeente samen met omwonenden kijken naar de mogelijkheden voor een natuurspeelplek met boomstammen, klimkeien en ’ravotbosjes’.
De Telegraaf concludeert daarom:
De Bilt komt met ravotgroen
In een tijd dat kinderen vooral tijd doorbrengen ‘op’ hun smartphone of met een game, lijkt ravotten een woord uit de voorgoed verleden tijd, maar blijkbaar herinnerde een ambtenaar of lokale politicus zich dit werkwoord nog en maakte er twee nieuwe samenstellingen mee.
In ravotgroen is groen een verzamelnaam met de betekenis plantsoenen, parken en andere (aangelegde) natuur. We kennen deze verzamelnaam onder meer van de collocatie openbaar groen, maar ook van samenstellingen als boerengroen (boerennatuur), gebruiksgroen (openbaar groen om in te wandelen of te spelen), kijkgroen (natuur om naar te kijken), rommelgroen (aangelegd openbaar groen dat vervolgens mocht verwilderen), schaamgroen (beplanting om ontsierende gebouwen of beschamende handelingen, bv. prostitutie, aan het oog te onttrekken), siergroen (voor de sier aangelegd groen) en verkeersgroen (groen langs de weg). Ravotgroen past mooi in dit rijtje ter aanduiding van gebruiksgroen waar kinderen kunnen ravotten (stoeien en spelen).
Ravotten betekende (betekent?) ook vrijen, maar voor buitenseks en dogging zal het ravotgroen in de nieuwe speeltuinen wel niet bedoeld zijn.
Definitie
ravotgroen (het, g.mv.) deel van een plantsoen, bos of speeltuin dat is aangelegd als speelplaats waar kinderen lekker met elkaar kunnen ravotten
Geef een reactie