We kenden al het bijvoeglijk naamwoord coronair, dat echter niets met het coronavirus te maken heeft, maar verwijst naar de hartkransslagader (wetenschappelijke term: corona). Coronair lijden verwijst dan ook niet naar de ziektelast tengevolge van een besmetting met het coronavirus, maar naar een vernauwing of blokkade van de kransslagaders, die meestal veroorzaakt wordt door een afzetting van vet in de vaatwand.
Nu de infectieziekte corona de samenleving gedurende kortere of langere tijd dreigt te gaan beheersen, ligt het voor de hand dat we ook een bijvoeglijk naamwoord willen hebben dat naar dat vermaledijde virus verwijst. In haar column in Het Parool introduceert Karin Spaink vandaag de voor de hand liggende alternatieve afleiding van corona, namelijk coroneus. Ze schrijft in haar column, die gaat over corona in de Verenigde Staten en het slechte zorgstelsel aldaar:
Half coroneus Amerika werkt door totdat het erbij neervalt, en besmet ondertussen de andere helft.
Coroneus lijkt een vinding van Spaink zelf te zijn, want in het Engels treffen we de pendant coronous nauwelijks aan en ook in het Frans zijn geen pendanten ervan te vinden. Het woord kan in beginsel verschillende betekenissen hebben of krijgen, maar op dit moment is alleen de betekenis ‘lijdend aan corona’ aangetroffen in de taalwerkelijkheid
Definitie
coroneus (bijvoeglijk naamwoord) 1 betrekking hebbend op een door het coronavirus veroorzaakte infectie: een coroneuze hoest 2 lijdend aan corona: coroneuze patiënten 3 veroorzaakt door een corona-epidemie of pandemie: een coroneuze depressie; gevormd van corona en het achtervoegsel –eus, dat ontleend is aan het Franse achtervoegsel –eux
Geef een reactie