Vorige week werd duidelijk dat de regering overweegt om in de strijd tegen de corona-epidemie mensen te adviseren of mogelijk zelfs te verplichten een traceerapp op hun smartphone te installeren die op een of andere manier informatie kan delen over de personen bij wie je gedurende enige tijd in de omgeving bent geweest.
Aan de hand van die contactinformatie kunnen mogelijke coronabrandhaarden vroegtijdig worden opgespoord en kunnen betrokkenen worden gewaarschuwd dat ze mogelijk in contact zijn geweest met een coronapatiënt. Zo’n corona-app kan zelfs worden gebruikt om mensen die (vaak zonder het zelf te weten) in de openbare ruimte of elders in de buurt zijn geweest van een coronageïnfecteerde persoon te verplichten in thuisquarantaine te gaan.
Vandaag noemt Maxim Februari zo’n corona-app in zijn NRC-column een digitale ratel:
Zo’n app is een moderne variant van het oude rateltje: het vertelt dat je in de buurt bent en dat je een besmetting bij je draagt. Bovendien belooft de app, in ruil voor data, kennis over het verloop van de verspreiding. Ik weet niet of zo’n digitale ratel nut heeft, en of het überhaupt een verstandig idee is.
Digitale ratel is een mooie term, want hij verwijst naar de ratel waarmee pest- of lepralijders vroeger hun komst of passage moesten aankondigen. Een coronaratel noemt iemand zo’n app dan ook op Twitter naar analogie van het bestaande woord pestratel. Uiteraard is het een kritische term, maar zo’n corona-app verdient het dan ook met kritische blik te worden bezien.
Definitie
coronaratel (de, -s) kritische benaming voor een corona-app; zo genoemd op grond van de associatie met de middeleeuwse pestratel of ratel waarmee lepralijders hun komst of passage moesten aankondigen
Geef een reactie