Alles wordt nieuw in de anderhalvemetersamenleving en daarom heeft De Volkskrant vandaag een reportage over ‘Het nieuwe openbaar vervoer’. De kop luidt: ‘Blijf weg bij de stickerstoelen’. Wat blijkt? De NS hebben op bepaalde stoelen in de trein door middel van een sticker duidelijk gemaakt dat reizigers daar niet op moeten gaan zitten.
Stickerstoel klinkt best goed. Het is een woord voor een verschijnsel dat in de anderhalvemetersamenleving (tijdelijk) niet gebruikt mag worden. Eigenlijk zou die bestickerde stoel er niet moeten staan in de anderhalvemetersamenleving, maar omdat hij er van oudsher nu eenmaal staat, wordt met een sticker duidelijk gemaakt dat hij er eigenlijk niet zou moeten staan. Althans niet op dit moment.
Stickerstoel is echter vooral een woord dat duidelijk maakt hoe ingrijpend de veranderingen zijn die de anderhalvemetersamenleving met zich meebrengt. Elk ding dat er is, kan een nieuwe naam krijgen: een stoel kan een stickerstoel worden, een bank een stickerbank, een winkelwagentje een stickerwagentje, ga zo maar door.
Veel van die woorden zijn vluchtig, want óf de stickers zullen verdwijnen (als het virus er niet meer is), óf de stoel zelf zal verdwijnen (als de anderhalvemetersamenleving een blijvertje is). In dat laatste geval kun je het gelegenheidswoord stickerstoel vergelijken met zo’n markering die je weleens ziet op bomen die gekapt moeten worden.
Definitie
stickerstoel (de, -en) stoel die met een sticker gemarkeerd is als ongeschikt voor gebruik in de anderhalvemetersamenleving
Geef een reactie