In De Volkskrant staat vandaag een interview met een arts-microbioloog in dienst van Sanquin. Hij pleit ervoor mensen die een infectie met corona hebben doorgemaakt, in te zetten in de zorg. Zo zegt hij over een collega die besmet is geweest:
Zijn lichaam had het virus immers succesvol verslagen. Dat kan betekenen dat er in zijn bloed antistoffen zitten, plakeiwitten bestemd om het coronavirus in de houdgreep te nemen, zodat het zich niet meer kan vermeerderen.
Het woord plakeiwit is weliswaar niet helemaal nieuw – in de volksmond wordt het weleens gebruikt ter aanduiding van gluten – maar de manier waarop het woord nu in de krant wordt gebruikt, is dat wel.
Bij het lezen van het woord plakeiwit in verband met virusinfecties ben je als leek geneigd te denken aan integrines. Dat woord staat weliswaar niet in Van Dale, maar verwijst naar integrale membraaneiwitten, dat wil zeggen eiwitten die op het membraan van bepaalde cellen voorkomen en daar tevens doorheen steken. Ze zorgen ervoor dat andere cellen aan de cel kunnen hechten.
De geïnterviewde in De Volkskrant doelt hier misschien ook op, maar suggereert tevens dat plakeiwit de naam is voor een eiwit dat virussen ‘in de houdgreep’ neemt en dus bescherming biedt tegen infecties. Voordat we die informatie in een definitie van plakeiwit opnemen, zouden we toch wat meer informatie over het woord willen hebben.
Definitie
plakeiwit (het, -ten) 1 (informeel) gluten 2 (medisch) eiwit op een celmembraan dat verantwoordelijk is voor de hechting met andere cellen en dat tevens een rol speelt bij het intercellulaire contact
Geef een reactie